2. Ankie en Katlien


Volgens hun eigen beschrijving waren ze een stel: Ankie een gedrongen propje en Katlien een lange lijs. Zij waren late twintigers, die de biologische klok hoorden tikken. Toen zich dit afspeelde (tachtiger jaren vorige eeuw) kwam zo'n lesbisch koppel niet of niet makkelijk aan de beurt voor behandeling in een fertiliteitskliniek. Dat werd lang wachten en pas na een forse betaling werd alleen Katlien behandeld. De centjes waren daarmee meteen op voor Ankie.

Katlien werd trouwens niet eens zwanger in al die dure behandelsessies. Bovendien vond ze het plaatsen van bevroren rietjes sperma in haar daarvoor geschikte orgaan buitengewoon onprettig. De tijd begon te dringen. In de verte hoorden ze een onheilspellend tik-tak, tik-tak, tik-tak en dat was geen druppelende kraan.

De dames hebben in het homomilieu nog rondgeshopt op zoek naar een vrijgevige donateur van zaad. Maar de heren homosuwelen, nooit te beroerd voor een onderlinge zaaddonatie, voerden allerlei bezwaren op. Zoals Ankie in haar kenmerkende taalstijl die opstelling becommentarieerde: "Ik heb zoiets van… wat maken die kerels zich druk over een enkel zaadje".

Overblijvende opties waren: de skileraar verleiden tijdens een skivakantie of van hetzelfde met de surfinstructeur op zomervakantie. Dat lukte op al hun reisjes niet; niemand stonk erin. De dames lagen niet echt goed in de wipmarkt. Het is uitkijken met zulke vaststellingen op te schrijven. Als hun muts scheef staat krijg ik uit die hoek van Justitie opnieuw een aanklacht wegens smaad. Dat in verband met onderwaarderen van de aantrekkelijkheid van deze dames). 

Voor het verwerven van alternatieve spermadonors kan je als foklustige meid je strategisch opstellen bij een openbaar toilet. Een - op zich misschien gênante – krantenadvertentie van Ben van ‘t Padje waarin hij zich aanbood als fokman bood eigenlijk een prima oplossing. Een eerste ontmoeting was zo geregeld. 

Het voorafgaande overleg tussen de dames verliep hypothetisch zo: de inhoud was natuurlijk niet letterlijk zo, maar de aparte taalbloempjes en eigenstijlse diepgang kloppen.

Ankie: "Die advertentie, hè! Ik had zoiets van… Dat is de zaaddonor, die we zochten. Hij woont lekker ver weg. Hij geeft niet aan dat hij zich met het toekomstige kind wil bemoeien en ik heb ook nog zoiets van… geweldig dat hij aan de oude kant is."

Katlien: "Hm, ik heb ook zoiets van wat mooi dat hij gauw doodgaat."

Ankie: "Precies! Ik had gelijk zoiets van… die leeft niet lang genoeg om op het pad van ons kind te komen". En de kans dat hij zo'n donorkind toevallig tegenkomt, is vrijwel nul.

In het eerste telefonische contact met Ben ontpopte Ankie zich als vaste woordvoerster. De lezer valt  haar favoriete taalgedrocht natuurlijk op:

Ankie: "Hallo, met Ankie en Katlien. Wij hadden zoiets van… dat we maar eens moesten afspreken".

Wat er daarna allemaal gebeurde, is met geen pen te beschrijven. Maar dankzij het toetsenbord is er toch dit verhaal…  Elke willekeurige lezer zou nu denken: "Godsamme, iemand gaat er met open ogen in trappen. Ben kan net zo goed daten met twee steenrijke Nigeriaanse prinsessen …”.

Bezorgde willekeurige lezer, dat is nou zo intrigerend aan hem. Juist Ben is een raar portret waard... Maar het dubbelrare dubbelportret van Ans en Karlien ging eventjes voor.

Nadere info: verhaalhalen.jouwweb.nl

Voor informatie en inspiratie dank aan Rudie van der Zwet, Joost Velzeboer, Carlien van der Zwet, Ans van der Valk e.a. bronnen.

Maak jouw eigen website met JouwWeb